Ze was weggeglipt, niet omdat ze haar perse wouden vasthouden, maar ze had soms het gevoel dat ze het wel zouden willen. Dat ze haar daar vasthielden, en daar kon ze eenmaal niet meer tegen. Ze was nu eenmaal een vrij persoontje. En dat kon niemand aan haar veranderen, zelf haar moeder niet. Meestal luisterde ze toch niet naar haar moeder, ze was wat dat betrefd heel erg koppig. Volgens veel mensen had ze dat van haar vader geërft, maar dan werd ze boos. Ze wou niet op haar vader lijken, hij had hun verlaten en hun met de nodige verdere rommel laten zitten. En dan zou zij er op lijken? Nee, bedankt dan maar liever. Denaii zuchtte, en liet haar benen bungelen over de grote tak waarop ze zat. Het was middag, en er waren niet veel mensen. De meeste waren nu aan het eten of aan het trainen. Ze zat hier helemaal alleen, zonder enig iemand bij haar. Het was soms opmerkzaam, hoe eenzaam ze kon zijn, en hoewel ze soms de grote bitch kon uithangen en doen alsof het haar niets kon schelen, was het natuurlijk niet leuk. Voor niemand was het leuk om alleen te zijn toch? Denaii zuchtte, en keek verdrietig naar beneden. Ergens wou ze dit niet, omdat ze wist dat ze ieder moment kon gaan huilen, en huilen was zwak. En zij was niet zwak. Toch? De eeuwige vraag bleef aan haar knagen, en onzekerder dan eerst keek ze naar haar handen. Iedere andere aanblik zou haar direct tot tranen brengen, maar dit was nog kind of.. veilig.
Everyone I guess?